vrijdag 28 oktober 2022

Puente Saint Miguel 26 en 27 oktober

 

Woensdag 26 oktober

Alweer een rijdag, naar Puente Saint Miguel, hoe kan het ook anders, alweer een gratis plek met verzorging. 


Ook Spanje heeft dit veel. We fietsen naar Santillana del Mar, dit dorp staat op de lijst van de mooiste dorpen van Spanje. Het is inderdaad een mooi dorp, de bouw begon in de 14e eeuw. Wij vonden het wel aardig, maar niet bijzonder. De commercie heeft hier toegeslagen en al de oude gebouwen zien er als nieuw uit en overal zitten restaurantjes of souvenirwinkeltjes. Er is nergens een kop koffie te koop, je kunt alleen maar eten. Een paar kilometer verder liggen de grotten van Altamira. In 1879 vond Marcelino Sanz de Sautuola hier veelkleurige laat-paleolithische rotstekeningen, voorstellende dieren zoals bizons en paarden. Ook werden er handafdrukken gevonden. Omdat de toegang tot de grot lange tijd door een rotsblok versperd was, werden de tekeningen pas in 1879 ontdekt, door de dochter van de landeigenaar, markies Don Marcelino Sanz de Sautuola. Daarna begon voor deze amateurarcheoloog een langdurige strijd om erkenning: collega-archeologen geloofden namelijk niet dat de gevonden schilderingen uit het paleolithicum stamden. Don Marcelino werd zelfs beschuldigd van vervalsing. Pas vijftien jaar na zijn dood erkenden zijn tegenstanders dat zij ongelijk hadden. Zonder aanvankelijk veel acht te slaan op de rotswanden of bodem liet de eigenaar de toegang tot de grot afsluiten met een poort om verdere ongelukken te voorkomen. Elf jaar later bezocht de markies in Parijs een tentoonstelling over prehistorische wapens en werktuigen en bedacht toen dat er in zijn grot ook dergelijke dingen zouden kunnen liggen. Hij onderzocht de grot en vond grote hoeveelheden vuistbijlen, pijlpunten, stenen messen en naalden uit het solutréen en het magdalénien. Pas op dat ogenblik ontdekten zijn dochter en hij ook de met zachte kleuren aangebrachte afbeeldingen. Een zoutlaag, teken van hoge ouderdom, bedekte de schilderingen. In eerste instantie geloofden de wetenschappers niet dat het ging om tekeningen uit de prehistorie. Het was pas nadat men ook in Zuid-Frankrijk dergelijke vondsten aantrof, dat de aanvankelijke sceptici geloof begonnen te hechten aan de verklaringen van de markies en hem in een tijdschrift officieel hun excuus aanboden ("Mea culpa d'une sceptique"), maar de markies was toen al 14 jaar overleden. In de jaren 1960 en 1970, honderdvijftig eeuwen na hun ontstaan, werd geconstateerd dat de tekeningen in de grot van Altamira hun kleur begonnen te verliezen en te verdrogen; dit was te wijten aan de verstoring van het microklimaat in de grot door de ademhaling van de bezoekers. In 1977 werd de grot op last van de regering gesloten voor het grote publiek. In 1982 werd opnieuw publiek toegelaten maar met een zeer strikte beperking tot maximaal 8500 bezoekers per jaar, wat leidde tot wachtlijsten van meer dan drie jaar. In de nabije omgeving werd wel in 2001 een zeer realistische kopie van de grootste ruimte gemaakt, die te bezoeken is door toeristen.

Donderdag 27 oktober

We rijden met de camper naar Comillos, naar El Capricho. Nergens in het stadje kun je de camper kwijt, terwijl er toch zoveel te zien is. We rijden een woonwijk in en parkeren daar. We lopen ongeveer een kilometer om er te komen. Met een audiotour bekijken we dit door Gaudí ontworpen huis gebouwd tussen 1883 en 1885. Gaudí kreeg van de vrijgezel Don Maxímo Díaz de Quijano de opdracht tot het bouwen van een herenhuis op een niet al te groot stuk grond in een parkachtige omgeving. Gaudí heeft gepoogd in dit huis diverse historische periodes in de Catalaanse bouwkunst te verenigen. Het huis werd dan ook een architectonische 'mengelmoes' van bouwstijlen, waarin zowel middeleeuwse, Catalaanse, Moorse, en fantasie-elementen verenigd werden. Zo heeft het huis een toren met robuuste voet op vier Dorische zuilen (die de entree van het huis verbergen), waarboven grove natuurstenen blokken op middeleeuwse wijze een draagconstructie voor de ranke meer Moorse toren (die aan een minaret doet denken) erboven vormen. De toren zelf is (net als de rest van het huis) dichtbezet met zonnebloemtegels en rijk versierd met smeedijzeren hekwerk, en gesculptuurd metselwerk. De top van het torentje wordt gevormd door een soort kroon, een afdak dat in de lucht lijkt te zweven omdat het rust op vier zeer ranke pilaartjes. De combinatie van Moorse motieven en Spaans metselwerk is karakteristiek, en geeft het geheel een grillige uitstraling. Het interieur van het huis is mede opmerkelijk door de houten plafonds die in regelmatige vlakken zijn onderverdeeld. Aan de noordzijde kent het huis een muur met nissen, waarin gesprekken konden worden gevoerd. In tegenstelling tot veel andere gebouwen van Gaudí is het dak van dit huis opvallend eenvoudig met vlakke dakpannen bedekt. Dit was nodig vanwege de vele regen in de streek, waardoor het dak in dit gebouw eerder een praktische dan een decoratieve functie vervult. Het huis kent een grote salon, die alle verdiepingen van het gebouw omvat. Opmerkelijk is verder dat Gaudí, die doorgaans bij vrijwel al zijn bouwprojecten zelf de bouw leidde vanaf de bouwplaats, bij de bouw van dit huis nooit aanwezig was. Hij besteedde het werk uit aan een vriend, Christòfol Cascante i Colom.

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten