Maandag 28 november
We zijn gisteravond na het voetballen, dat we redelijk
konden zich tussen de buien door, naar het centrum gelopen. De kathedraal is
verlicht en daar wilden we nog wat foto’s van maken. Op het moment dat wij
komen aanlopen, gaat de verlichting uit. Jammer dan, dan maar van de
kerstverlichting wat beelden maken. We
zijn vanochtend wat vroeger wakker dan de vorige dagen. Het verkeer komt op
gang, dat zijn natuurlijk auto’s van de mensen die naar hun werk gaan. We doen
rustig aan, de zon schijnt, maar na een uurtje wordt het toch bewolkt. We
kijken elkaar aan en hoeven eigenlijk niets te zeggen, we ruimen de boel op en
gaan naar onze volgende bestemming. Eerst nog naar een bouwmarkt we missen een
nippeltje voor op een waterkraan. Als Erik deze zoekt, gaat Wilma nog even een
supermarkt is, broodjes en melk moeten altijd wel aangevuld worden. We rijden
naar Obidos, een middeleeuws stadje dat we willen bezoeken. Vanaf ca. 713 is de
stad in handen van de moslims van Al-Andalus, die op de heuvel een versterking
bouwden. In maart 1147 valt de stad aan Alfons I van Portugal, die het op de
moslims veroverde. De legende verhaalt over de ridder Gonçalo Mendes da Maia
die in zijn eentje verantwoordelijk zou zijn voor de overwinning op het
kasteel. De inname van Óbidos betekende het einde van de Reconquista in
Estremadura. Het oudste gedeelte van Óbidos, dat nog volledig ommuurd is, is in
zijn geheel een belangrijke trekpleister. Het Kasteel (Castelo de Óbidos) uit
de 12de eeuw bevindt zich in dit ommuurde stadsgedeelte. Heel typisch zijn de
witgekalkte huizen, die bijna allemaal omlijnd zijn met blauwe, rode of gele
strepen. In de straatjes is het zeer gezellig (en relatief fris in warme
periodes).
Op de omwalling heb je niet alleen een spectaculair zicht op de oude
stad, maar ook op de omgeving. We parkeren op de parkeerplaats bij het
klooster, maar deze ligt dicht aan straat en is vrij modderig. We rijden door
naar de camperplaats die dichter bij de stad ligt en zetten daar de camper
neer. We eten warm en gaan daarna het stadje in. Wilma drinkt een ginja. Ginja de Obidos, is de bekende kersen likeur
uit het stadje Obidos. De Ginja is een wilde wat zurige, zeer smaakvolle, kers.
De likeur wordt geschonken in een cupje chocolade met daarin een kers. Het
wordt een soort van kersenbonbon. We wandelen door de pittoreske straatjes,
drinken ergens nog een kop koffie en zijn om 17.00 uur terug bij de camper.
Naast ons staan Fransen, die vanmiddag al erg luidruchtig waren en nu bij onze
terugkomst nog steeds. We verplaatsen de camper naar de overkant in de hoek. De
hele plek is verder leeg en toch vindt een andere Fransman het nodig om tegen
19.00 uur aan te komen en pal naast ons te parkeren. Soms snappen we het niet
meer. Er komt een mannetje langs on € 6,00 te incasseren.
Dinsdag 29 november
Gisteravond was er een hond zeer dichtbij langdurig aan het
blaffen. Gelukkig was hij stil toen we naar bed gingen. Echter om een uur of 3
begon hij weer, het leek wel of hij onder de camper zat te blaffen. Erg
irritant, Erik sliep overal doorheen. We zijn al redelijk vroeg wakker en na de
verzorging, waar we op onze beurt moesten wachten – hoe is het mogelijk dat van
de 4 campers die er staan er 3 op hetzelfde moment klaar zijn en moeten
verzorgen – rijden we via de tolweg naar Alcácer do Sal. We waren hier vorig
jaar ook, toen stonden we samen met een caravan op deze gedoogplek. Nu staan er
6 campers en bij het restaurant op de parkeerplaats ook nog eens 2. De zon
schijnt en Erik zet het zonnepaneel neer, Wilma zit in de zon en Erik is aan het
monteren, terwijl hij tegelijkertijd naar het Nederlands elftal kijkt. Ze
winnen en zijn groepswinnaar. Op naar de volgende ronde. Na het eten lopen we
het stadje in. We wilden de kerstversiering filmen, dat doen we ook, alleen
deze is nog niet aan. We lopen een adventurelab, maar ook deze kunnen we niet
afmaken, omdat we een antwoord niet kunnen vinden. In de kerk waar het antwoord
zou staan, is een condoleance en we gaan maar niet naar binnen.
Woensdag 30 november
Een klein stukje vandaag, naar Comporta. We komen langs een
bijzonder vissersdorpje, Porto Palafita da Carrasqueira, waar we naar toe
willen wandelen.
Maar 6 km heen, daar rondwandelen en 6 km terug is iets te
veel. Daarom rijden we met de camper er naar toe en zetten deze op een
parkeerplaats. Het haventje is heel bijzonder want de steigers zijn gemaakt van
sloophout. We hebben geluk, want net als we uitgekeken zijn begint het te
regenen. We rijden naar de camperplaats en zitten de rest van de dag binnen.
donderdag 1 december
Het heeft de hele nacht geregend, maar nu is het droog en de
zon schijnt. We verplaatsen de camper, want we hebben een zwembad aan de
voorkant en droog uitstappen lukt ook niet.
We zitten heerlijk in de zon, het
zonnepaneel staat te laden. Zo hadden we ons overwinteren voorgesteld. Tegen
15.30 uur lopen we naar het strand, Wilma wordt verrast door een golf en heeft
de korte broek nat. We drinken aan het strand in een strandtentje een koffie,
we krijgen er een mini pastel de nata bij.
Als we terug zijn gaan we wel naar
binnen, want dan is de zon achter de huizen gezakt. We krijgen om 21.00 uur een
busje met schuifdeur naast ons, die ongeveer 20 x getest wordt. En als wij al
bijna een uur in bed liggen, om 23.00 uur nog eens, en aangezien hier overal
kleine steentjes liggen, worden de schoenen ook nog even schoon geschraapt op hun
opstapje. Dan laten ze een kwartier later nog iets vallen. Heerlijk, busjes en
schuifdeuren!!
Vrijdag 2 december
Om 6.00 uur vanochtend werd de vuilnis gehaald, onze buren
met schuifdeur werden er ook wakker van en testten opnieuw hun deur. Als ze om
10.00 uur eindelijk zich laten zien kan er nog geen goedemorgen af. Ach ja, Duitse
jonge mensen hoeven dat blijkbaar niet. We zitten opnieuw lekker buiten. Na de
lunch gaan we nog een keer naar het strand. De golven zijn prachtig. Erik gaat
dit keer het water in, hij past beter op en wordt niet nat. We drinken opnieuw
in het tentje van gisteren een koffie. Dit keer zijn we om 16.00 uur terug bij
de camper. De Duitsers zijn weg! We gaan naar binnen, want als de zon weg is,
wordt het behoorlijk fris.